Onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben met behulp van kuiken embryo’s nieuwe genetische aanwijzingen gevonden voor aangeboren gehoorverlies. Dit type gehoorverlies is aanwezig bij de geboorte en treft ongeveer één op de duizend baby’s in het Verenigd Koninkrijk.
Wetenschappers van King’s College London en George Washington University onderzochten een eiwit dat Six1 heet. Ze wisten al dat dit eiwit iets te maken heeft met erfelijke doofheid. Met behulp van computers voorspelden ze dat Six1 invloed heeft op meer dan 150 genen in cellen die later het binnenoor vormen.
In een experiment verlaagden ze de hoeveelheid Six1 in kuiken embryo’s. Daardoor werden vier belangrijke genen, die nodig zijn voor het ontwikkelen van het gehoor, niet meer actief. Dit laat zien dat Six1 heel belangrijk is voor de vroege ontwikkeling van het oor.
Veel van de genen die ze ontdekten, spelen ook een rol bij de ontwikkeling van het menselijke oor. Ongeveer een kwart van deze genen ligt op stukken DNA die al eerder in verband zijn gebracht met doofheid. Omdat deze processen zowel bij vogels als bij mensen bijna hetzelfde zijn, denken de onderzoekers dat ze een heel belangrijke rol spelen in de natuur.
Volgens professor Andrea Streit, expert in ontwikkelingsneurobiologie aan King’s College London en hoofdauteur van het onderzoek, is het bijzonder dat de onderzochte DNA-regio’s zo sterk bewaard zijn gebleven tussen verschillende diersoorten: “Het feit dat we deze regulerende stukken DNA van vogels tot mensen vrijwel onveranderd terugvinden, geeft aan hoe belangrijk ze zijn.”
Bron: EARA