Nadat er eind 2019 een nieuwe besmettelijke ziekte was uitgebroken bleek al gauw dat het ging om een nieuwe variant van het coronavirus en dat deze zich snel over de wereld verspreidde. De meeste mensen werden niet levensgevaarlijk ziek na infectie maar de ziekte bleek wel dodelijk voor mensen met chronische aandoeningen en senioren. Iedereen die besmet wordt is een potentiële bron van verspreiding, ook als er geen ziektesymptomen zijn.
Bij mens en dier komen veel coronavirussen voor, maar tegen deze was niemand immuun. Al eerder zijn er uitbraken geweest van coronavirussen die oversprongen van dier op mens (SARS in 2003, China en MERS in 2012, Midden-Oosten waar dromedarissen de bron waren). Nederlandse onderzoeksinstellingen hebben een sleutelrol gespeeld bij het onderzoek naar deze eerdere uitbraken en ook COVID-19.
Virussen vermenigvuldigen zichzelf niet maar hebben daarvoor levende gastheercellen nodig. Celkweken worden gebruikt om virus te kweken maar ook om uitgebreid na te gaan welke stoffen (zoals antistoffen maar ook geneesmiddelen) het virus uitschakelen. Al heel snel is gekeken welke bestaande geneesmiddelen daar effect hadden en hydroxychloroquine (een klassiek anti-malaria middel) en redesmivir (een component uit de combinatie tegen HIV) kwamen daaruit naar voren als mogelijke therapie bij COVID patiënten met een ernstig ziektebeeld. Deze middelen werden direct getest in patiënten onderzoek in veel ziekenhuizen. Omdat er een vloedgolf aan patiënten was kwamen de resultaten snel beschikbaar, en helaas werkte deze medicijnen niet. Ook bleek inmiddels wat een complicerende rol speelde bij het ernstig ziektebeeld en overlijden: bloedstolsels op veel plaatsen in het lichaam en een te sterke ontstekingsreactie in de longen. Deze complicaties werden aangepakt met de reeds beschikbare antistollingsmiddelen en ontstekingsremmers. Het virus grijpt het lichaam ook op andere manieren aan. Overlevenden kunnen nog lang heel veel last houden.
Met deze kennis bleek dat mensen alleen preventief beschermd kunnen worden door blootstelling te voorkomen (isolatie en beschermende kleding en maskers) en dat voor bestrijding van de pandemie en de bescherming van de meest kwetsbaren vaccinatie van de bevolking de enige oplossing zou zijn. Er waren echter nog geen vaccins en wat eerder in ontwikkeling was voor SARS en MERS beschermde onvoldoende tegen dit nieuwe virus (althans in dierproeven).
Met veel steun van overheden (investeringen, opties op de vaccins en snelle beoordelingsprocedures) hebben veel vaccinontwikkelaars de hand aan de ploeg geslagen en in hoog tempo vaccins ontwikkeld. Dat betekent dat diermodellen zijn ontwikkeld, productieplatforms zijn geselecteerd en kandidaat vaccins zijn ontworpen, vervaardigd, getest in dierproeven (op veiligheid en beschermende werking), en in menselijke vrijwilligers (eerst een beperkt aantal en later tienduizenden). Omdat de pandemie verder woedde werd op die manier snel veel inzicht verkregen in veiligheid en beschermende werking (immers, iedere vrijwilliger had een reële kans om geïnfecteerd te raken). Toepassing van vaccins is pas toegestaan na toelating, Europa (EMA) en Amerika (FDA) hebben daarvoor strenge procedures. Er zijn enkele vaccins toegelaten en enkele andere onderweg. Andere werelddelen hebben andere toelatingsprocedures en ook vaccins van eigen makelij (bijvoorbeeld China en Rusland) maar die zijn in Nederland niet aangeboden voor beoordeling.
In Europees verband zijn opties genomen voor de aankoop van vele miljoenen doses vaccins van verschillende fabrikanten. De Europese Unie heeft ingezet op 6 verschillende vaccin-ontwikkelaars. De Nederlandse overheid wil voldoende vaccins hebben voor de hele Nederlandse bevolking.
Pfizer/BioNTech
Moderna
Janssen/Johnson&Johnson
Oxford/AstraZeneca
Curevac
Sanofi/GSK
Op dit moment heeft het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) twee vaccins goedgekeurd, namelijk die van Pfizer/BioNTech en Moderna. Beide zijn vaccins op basis van RNA wat hoge eisen stelt aan de koude keten (diepvriezen tijdens opslag en transport).
Op 6 januari 2021 is het vaccinatieprogramma van de overheid in Nederland gestart. Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid wil dat eind september iedereen de kans moet hebben gehad om zich te laten vaccineren. De Nederlandse vaccinatiestrategie is afhankelijk van de goedkeuring en levering van alle vaccins. Verder moet zorg worden gedragen voor planning en distributie, en registratie (wie heeft wanneer vaccin van welk merk en batch gekregen). Verder speelt de discussie of de voorgeschreven tweede dosis eventueel wat later kan worden gegeven, dat is bij de toelating van de vaccins niet onderzocht. Evenmin is onderzocht of de tweede dosis met een vaccin van een andere fabrikant ook werkt en veilig is. Dit kan uit de praktijk van wereldwijde vaccinatie wel gaan blijken.
Pfizer/BioNTech
Dit vaccin is vorig jaar op 21 december goedgekeurd door EMA. Nederland is op 6 januari gestart met het vaccineren met dit vaccin aan zorgmedewerkers. Het vaccin moet twee keer toegediend worden en voor de maximale bescherming moet vaccinatie met het tweede vaccin 21 dagen na de eerste vaccinatie plaatsvinden.
In Nederland is de verwachting dat 4,2 miljoen mensen worden ingeënt met dit vaccin.
Moderna
Het coronavaccin van de Amerikaanse farmaceut Moderna is op 6 januari goedgekeurd door EMA. Ook van dit vaccin zijn er twee prikken per persoon nodig, voor maximale bescherming, met een tussenperiode van ongeveer een maand. Nederland krijgt in het eerste kwartaal naar verwachting 390.000 doses van het Moderna-vaccin. De eerste vaccins zijn op 11 januari geleverd.
Minister De Jonge heeft bekend gemaakt dat de eerste leveringen van Moderna-vaccins bestemd zijn voor ouderen, bewoners van verpleeghuizen en mensen met een verstandelijke beperking die in een instelling wonen. Huisartsen gaan veel van de prikken zetten bij de kwetsbare bewoners. Daarnaast is afgesproken dat de huisartsen ook direct zichzelf vaccineren met het Moderna-vaccin. Naar verwachting kunnen uiteindelijk ruim 3 miljoen Nederlanders ingeënt worden met het Moderna-vaccin.
Bijwerkingen?
Uit onderzoeksresultaten van Pfizer blijkt dat je je na vaccinatie even minder goed kunt voelen. Volgens hoogleraar Vaccinologie komt dit doordat de vaccins het immuunsysteem stevig aanzwengelen. De meest voorkomende bijwerkingen van beide vaccins zijn een pijnlijke arm, vermoeidheid en hoofdpijn.
Er wordt secuur toegezien op eventuele bijwerkingen. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat beide vaccins voor ernstige bijwerkingen zorgen. In het Verenigd Koninkrijk heeft een aantal gevaccineerden een allergische reactie gekregen maar dat betrof mensen die toch al vaak allergische reacties hadden en ook medicatie daarvoor. Dit kwam voor bij beide vaccins. Mensen worden enige tijd voor observatie gehouden na vaccinatie en mensen met grote gevoeligheid voor allergie moeten dat melden.
Ook is er op dit moment nog weinig bekend over vaccinatie tijdens zwangerschap, omdat er maar weinig zwangere vrouwen hebben deelgenomen aan studies. Voor dergelijke en andere vragen geeft de rijksoverheid (het RIVM) nadere informatie op de website.
De beschikbare vaccins zijn nog niet getest op kinderen en daarom mogen kinderen nog niet gevaccineerd worden. Op dit moment wordt verder onderzoek gedaan naar de werking en veiligheid van de coronavaccins bij kinderen. Kinderen worden niet vaak ziek van corona maar spelen wel een rol bij de verspreiding.
Janssen
De Amerikaanse farmaceut Johnson & Johnson (J&J) verwacht het coronavaccin in het voorjaar klaar te hebben. Dit vaccin wordt ontwikkeld door dochterbedrijf Janssen in Leiden. Een groot voordeel van het Janssen vaccin is dat het waarschijnlijk maar één keer toegediend hoeft te worden.
Nederland heeft in totaal 11,3 miljoen doses van dit vaccin besteld. Het merendeel daarvan zou volgens de huidige verwachting in het derde kwartaal geleverd kunnen worden.
Oxford/AstraZeneca
Het vaccin van de universiteit van Oxford en farmaceut AstraZeneca is eind vorig jaar goedgekeurd door de Britse autoriteiten. Nederland heeft afspraken voor 11,7 miljoen vaccins, goed voor bescherming van zo’n 5,8 miljoen mensen. In eerste instantie was de verwachting dat dit vaccin als eerste beschikbaar zou komen, maar in het najaar van 2020 bleek dat Pfizer/BioNTech toch sneller was.
Op dit moment is nog onduidelijk wanneer het vaccin toegelaten wordt in de EU. Dit komt onder andere omdat de wetenschappelijke informatie van AstraZeneca resulteerde in verwarring over de juiste dosis.
Een voordeel van dit vaccin is dat het minstens zes maanden houdbaar is in een gewone koelkast. Het Pfizer/BioNTech-vaccin moet bewaard en vervoerd worden bij -75 graden en het Moderna-vaccin bij -20 graden. De logistiek van het Oxford/AstraZeneca is daarom veel eenvoudiger
CureVac
De ontwikkeling van het CureVac vaccin is minder ver dan bovenstaande 4 vaccins. Het vaccin wordt ontwikkeld door het Duitse biofarmaceutisch bedrijf CureVac. Het UMC Utrecht is eind vorig jaar gestart met een onderzoek waaraan 2000 vrijwilligers deelnemen. 1000 mensen krijgen het vaccin en de andere 1000 krijgen een placebo toegediend. Dit onderzoek maakt deel uit van een veel grotere studie bij vrijwilligers. Ook hier krijgen de deelnemers 2 prikken met een tussenperiode van vier weken.
Nederland heeft 8,6 miljoen doses besteld van dit vaccin. Daar kunnen dan in totaal 4,3 miljoen Nederlanders worden gevaccineerd.
Sanofi/GSK
De ontwikkelaars van Sanofi en GSK lieten eind vorig jaar weten dat de ontwikkeling vertraging heeft opgelopen, omdat het vaccin niet goed bij ouderen werkt. De ontwikkelaars hopen in het tweede kwartaal te kunnen starten met de fase 3-studie. Dat is de laatste onderzoeksfase voordat een farmaceut het onderzoek kan voorleggen aan autoriteiten als EMA.
Nederland heeft een optie op bijna 12 miljoen doses van dit vaccin. Daarmee kunnen iets minder dan 6 miljoen mensen ingeënt worden.
Na vaccinatie
Vaccins beschermen de mensen die zelf gevaccineerd zijn en als internationaal heel veel mensen gevaccineerd zijn wordt ook de verspreiding van de ziekte sterk beperkt of gestopt.
Kunnen we onze geliefden weer knuffelen nadat we gevaccineerd zijn? Hier heerst bij het publiek veel verwarring over. Een vaccinatie of een negatieve testuitslag zijn geen vrijbrief om je niet meer aan de maatregelen te houden omdat je toch een kans hebt om het virus te verspreiden. De maatregelen zullen voorlopig nog gelden totdat de druk op de zorg voldoende afneemt en het aantal besmettingen daalt tot een beheersbaar niveau. Het overgrote deel van Nederland zal gevaccineerd moeten zijn voordat de maatregelen versoepeld kunnen worden.
Artsen waarschuwen dat het virus onzichtbaar wordt gemaakt door het vaccin en gevaccineerden zich dus van geen kwaad bewust zijn en het virus wel kunnen overdragen. Bijvoorbeeld op iemand die niet gevaccineerd is of iemand bij wie het vaccin niet goed aanslaat. Anderzijds is de kans van verspreiding klein, omdat gevaccineerden minder virus aanmaken en daarom niet of nauwelijks meer ziek worden. Daardoor is de kans om het virus over te dragen klein. Echter is dit niet 100% te garanderen. Uit diverse dierproeven met coronavaccins blijkt dat de dieren na vaccinatie nauwelijks meer ziek worden, maar het virus nog wel bij zich kunnen dragen. Het is nog niet duidelijk of dit bij mensen ook het geval kan zijn. Je zou bijvoorbeeld het virus kunnen aanmaken in je neus of keel, zonder zelf ziek te worden. Of dit gevaarlijk is voor anderen is nog de vraag. En hoe lang ben je na vaccinatie beschermd? Het is nog onduidelijk hoe lang je precies beschermd bent tegen het coronavirus als je de twee Pfizer/BioNTech prikken hebt gehad. De bescherming is drie maanden na vaccinatie ‘nog onverminderd hoog’, stelt het College ter beoordeling van geneesmiddelen CBG. Verder wordt er momenteel nog volop onderzoek gedaan naar de werking en transmissie van het virus. En daarom gelden de coronamaatregelen voorlopig nog en kunnen deze pas worden versoepeld nadat een ruime meerderheid van de Nederlanders zich heeft laten inenten. Ook internationaal reisverkeer en test- en quarantaine beleid moeten nader worden bezien, mede afhankelijk van de situatie in andere landen.
Kunnen we onze huisdieren knuffelen? Naast onderzoek naar de verspreiding van het virus onder mensen wordt er ook gekeken naar dieren, met name de dieren waar we veel contact mee hebben. Al eerder bleken bij nertsen (o.a. in Nederland en Denemarken) flinke uitbraken met veel ziekte en sterfte op te treden, met uitwisseling tussen mens en dier. Er is uitgebreid onderzocht welke diersoorten geïnfecteerd en/of ziek kunnen worden. Net als nertsen kunnen vleeseters inclusief katten en fretten geïnfecteerd worden maar ze worden niet allemaal zo gemakkelijk ziek. Deze dieren kunnen wel besmet worden door mensen en ook weer mensen besmetten. Voor onderzoek blijken met name apen, enkele heel specifieke soorten laboratorium muizen, hamsters en vleeseters geschikt. Veel andere diersoorten zijn niet te infecteren, inclusief varkens en vogels.
Aan de bron van deze pandemie ligt het intensief contact tussen exotische dieren en mensen zoals o.a. in China veelvuldig plaatsvindt op bepaalde markten. Vleermuizen vormen vaak een reservoir van ziekteverwekkers bij wilde dieren maar komen ook in contact met huisdieren (zoals de dromedarissen die MERS overdroegen). Allerlei maatschappelijke ontwikkelingen zoals internationaal toerisme, oprukken van de bewoonde wereld in natuurgebieden, internationale handel en klimaatverandering maken het risico op pandemieën groter. Om pandemieën zoals deze niet vaker te laten gebeuren moeten we ook verstandiger omgaan met wilde fauna. Daarvoor, en voor het internationaal onderzoek naar mogelijke nieuwe ziekten en het ondervangen daarvan, is veel onderzoek nodig.
Bronnen:
Coronavaccinatie.nl
RIVM
Rijksoverheid.nl
Rijksoverheid.nl
NOS.nl
NOS.nl
NU.nl
Volkskrant.nl
AD.nl
Rtlnieuws.nl
Pfizer.nl
Janssen.com