In de soms verhitte discussie over de onmisbaarheid of overbodigheid van dierproeven in geneeskundig onderzoek wordt over het hoofd gezien dat dieren zelf baat hebben bij veel dierproeven, betogen Arjan Stegeman en Ynte Schukken.
De discussie over het gebruik van proefdieren is altijd geladen. Wat telkens wordt vergeten in de proefdierdiscussie zijn de dierproeven die voor dieren zelf worden gedaan.
Recentelijk is in deze krant betoogd door een honderdtal onderzoekers dat proefdieronderzoek essentieel is voor de ontwikkeling van vaccins voor mensen, bijvoorbeeld de recent ontwikkelde SARS-CoV-2 vaccins. Het artikel maakt duidelijk dat het belangrijk is om een nuance aan te brengen in de ambitie van Nederland om wereldleider te zijn in de transitie naar proefdiervrij onderzoek. Als antwoord hierop betoogden Henk Smid en Jeroen Geurts dat ook dit argument ten aanzien van het belang van dierproeven betrekkelijk is, met name omdat veel dierproeven slecht herhaalbaar zijn en moeilijk vertaalbaar naar de mens.
Maar wat zijn de gevolgen voor dieren? Door alle dierproeven te verbieden maken we verbetering van de gezondheid en het welzijn bij dieren onmogelijk. Ook huiskatten die deelnemen aan een onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van een nieuw vaccin voor katten zijn namelijk proefdieren, net als kippen waarbij gedragsonderzoek wordt gedaan om betere scharrelhuisvesting te ontwikkelen, of koeien die op een boerderij worden gevolgd om hun ziekten beter te begrijpen.
Doeldieren en modeldieren
Proefdieren zou je daarom moeten verdelen in twee groepen: doeldieren en modeldieren. Doeldieren zijn proefdieren van de diersoort die zijn voordeel doet met het onderzoek: we doen onderzoek aan honden om een vaccin voor honden te beoordelen en daarmee ziekte bij honden te voorkomen. Modeldieren zijn proefdieren van een diersoort dat model staat voor een andere diersoort: onderzoek aan muizen en ratten wordt gedaan om biologische en ziektekundige processen in mensen beter te begrijpen.
Een kwart van alle dierproeven wordt gedaan voor toegepast onderzoek ten behoeve van dieren. Zo worden bijvoorbeeld nieuwe huisvestingsmethoden onderzocht die voldoen aan de huidige eisen op het gebied van klimaat en milieu. Bij dit onderzoek wordt het effect op de gezondheid en het welzijn van de dieren in de tijd gevolgd.
Net als bij mensen wordt er bij dieren ook veel onderzoek gedaan naar een betere preventie en behandeling van ziekten. Ook bij dieren is het essentieel om in grote studies te bepalen of een vaccin voldoende werkzaam is of om te beoordelen of zieke dieren genezen na toediening van een nieuw medicijn.
Medisch ethische toetsing
Bij mensen is er medisch ethische toetsing die bepaalt wat mag en wat niet mag in klinische studies, maar geen maatschappelijke druk om het aantal mensen in dergelijk onderzoek te verminderen, integendeel. We gaan er juist van uit dat er uiteindelijk een gezondheidsvoordeel voor de mens uitkomt. Net als bij de mens voldoen soortgelijke studies bij dieren aan strenge eisen. Bij dieren worden deze studies echter als dierproeven gezien en als zodanig gerapporteerd.
Bij het optreden van ziekten bij onze huisdieren of bij boerderijdieren wordt er onderzoek gedaan naar het effect van deze ziekte op het welzijn van de dieren en de lange termijn gezondheidseffecten van ziekten. Dit zogenaamde epidemiologisch onderzoek wordt ook bij mensen op een vergelijkbare manier uitgevoerd. Bij dieren wordt ook dit gezien en gerapporteerd als dierproeven.
De voeding van dieren, zowel huisdieren als boerderijdieren, is belangrijk voor de gezondheid en welzijn van de dieren en recentelijk ook een belangrijk onderwerp van onderzoek om het milieu zo min mogelijk te belasten. Voedingsonderzoek betekent vaak dat de individuen die meedoen aan het onderzoek gevolgd worden ten aanzien van relevante bloedwaarden. Voedingsonderzoek wordt zowel bij mensen als dieren uitgevoerd. Bij dieren wordt dit opnieuw gezien en gerapporteerd als dierproeven.
Leven verbeteren
Laat het duidelijk zijn, waar het mogelijk en nodig is, is het verstandig om dierproeven te verminderen of zelfs uit te bannen. Maar het is ook goed om bij de discussie over dierproeven de nodige nuance aan te brengen. Er wordt veel onderzoek gedaan bij dieren om het leven van dieren van dezelfde soort te verbeteren of te beschermen. Volledig vergelijkbaar met onderzoek dat bij mensen plaatsvindt ten bate van mensen.
Bij dieren noemen we dit echter dierproeven, dierproeven bij doeldieren. Het is voor de gezondheid en het welzijn van dieren belangrijk dat dit onderzoek bij de eigen diersoort juist wel uitgevoerd wordt. Proefdieronderzoek, of eigenlijk doeldieronderzoek, is essentieel om gezonde dieren te hebben en te houden.
Arjan Stegeman is hoogleraar Gezondheidszorg landbouwhuisdieren & epidemiologie van infectieziekten, Universiteit Utrecht.
Ynte Hein Schukken is hoogleraar Management of Farm Animal Health, Wageningen Universiteit en Research en hoogleraar Gezondheidsprogramma’s bij landbouwhuisdieren, Universiteit Utrecht.
Bron: De Volkskrant