In Nederland zijn er vier soorten proefdieren. In 2019 was de verdeling als volgt:
- gewone gewervelde dieren die speciaal gefokt zijn (70,9%)
- genetisch veranderde dieren (19%)
- dieren die in het wild leven en bestudeerd worden in hun eigen omgeving (8,7%)
- dieren die in het wild leven maar onderzocht worden in het laboratorium (1,4%)