Vaccins testen zonder dierproeven?

  • 24 juli 2020
  • leestijd 3 minuten

De kwaliteit van vaccins wordt nu nog vaak getest met behulp van proefdieren. Dat moet anders, vonden onderzoekers van de Universiteit Leiden en vaccinologisch instituut Intravacc. Samen gingen ze op zoek naar een testmethode die dierproeven overbodig maakt. De eerste veelbelovende resultaten zijn gepubliceerd in Scientific Reports.

Wel immuun, niet ziek

Met de nieuwe methode kunnen onderzoekers testen of een vaccin succesvol is geïnactiveerd. Inactivering maakt virussen of toxines (gifstoffen van bacteriën) in een vaccin onschadelijk, zodat je er niet ziek van wordt. Het lichaam herkent een geïnactiveerde ziekteverwekker echter nog wel. Hierdoor treedt een immuunreactie op en ben je daarna beschermd. Inactivatie gebeurt door toevoeging van de stof formaldehyde. Bekende geïnactiveerde vaccins zijn de vaccins tegen difterie, tetanus, en polio, samen ook wel bekend als de DTP-prik.

De inactivatie bepaalt in hoge mate de kwaliteit van de vaccins, denk hierbij aan werkzaamheid, veiligheid en stabiliteit. Leids promovendus en eerste auteur Thomas Michiels legt uit: ‘Als een vaccin in het lichaam komt, nemen bepaalde immuuncellen de ziekteverwekkers op. Om de ziekteverwekkers te kunnen bestrijden, knippen deze cellen ze vervolgens eerst in kleine stukjes.  De snelheid waarmee ze dit doen, kan de immuunreactie die daarop volgt beïnvloeden.

Eiwitmengsel

Wetenschappers dachten dat de inactivatiestap met formaldehyde de afbraak van een virussen of toxines vertraagde, maar dat blijkt nu niet het geval. Michiels: ‘Uit onze experimenten bleek dat vaccins na behandeling met formaldehyde juist sneller in stukjes werden geknipt dan onbehandelde vaccins.’

Het team bootste een kleine stap van het productieproces van vaccins na in een reageerbuis en bracht de effecten in kaart met behulp van massaspectometrie. Door de hoeveelheid geknipte eiwitten door de tijd heen te meten, konden de wetenschappers de afbraaksnelheid van het vaccin bepalen. Een lastig klus, omdat formaldehyde de eiwitten op tientallen plekken chemisch verandert. Dit leidt tot een heterogeen mengsel dat moeilijk te analyseren is. ‘We hebben ons daarom gericht op de eiwitfragmenten die juist niet door formaldehyde veranderen’, legt Michiels uit. ‘Hierdoor konden we de afbraaksnelheid meten zonder dat de veranderingen door formaldehyde onze meting verstoorden.’

Dierproeven overbodig

‘Nu we weten dat de formaldehydebehandeling de afbraaksnelheid verhoogt, kunnen we in het vervolg dus deze afbraaksnelheid meten om te bepalen of de inactivering juist is verlopen’, vertelt Michiels. ‘Dierproeven zijn in de toekomst dan wellicht niet meer nodig.’ En dat is goed nieuws, want omdat geïnactiveerde vaccins tegen bijvoorbeeld difterie of tetanus effectief en goedkoop zijn, worden ze wereldwijd veelvuldig gebruikt en zal er niet snel een alternatief komen. ‘En dat betekent dat er momenteel ook wereldwijd nog veel proefdieren worden gebruikt voor de kwaliteitscontroles. Het is mooi om hier een alternatief voor te kunnen bieden.’

Bron: Universiteit Leiden en Intravacc

Misschien vind je deze artikelen ook interessant: