Opinie: Discussie over dierproeven is nodig, maar behoud wel de nuance

  • 5 maart 2021
  • leestijd 3 minuten

Zonder dierproeven hadden we nu geen coronavaccins gehad, betoogden ruim honderd wetenschappers in de Volkskrant, dus de politiek moet die proeven niet helemaal verbieden. Dat is ook niet het beleid, riposteren twee belangrijke regeringsadviseurs, Henk Smid en Jeroen Geurts.

Al jaren schommelt het aantal dierproeven in ons land tussen de 450.000 en 500.000 en velen maken zich ongerust over het welzijn van de proefdieren. Om het aantal dierproeven omlaag te brengen heeft de Nederlandse overheid beleid geformuleerd op het gebied van de transitie naar dierproefvrije innovaties. Wetenschappers vrezen in recente uitingen (bijvoorbeeld in een opinieartikel in de Volkskrant van 25 januari 2021) dat een succesvolle onderzoeksmethode (lees: de dierproef) volledig wordt stopgezet. Dit is echter niet wat wordt bepleit.

Nieuwe onderzoeksmethoden

De transitie behelst het ontwikkelen van nieuwe methoden van onderzoek waardoor dierproeven niet meer of in mindere mate nodig zijn en die betere resultaten opleveren voor mens en dier dan bestaande dierproeven. Dit beleid is gebaseerd op eerder uitgebrachte adviezen van een tijdelijke door de overheid ingestelde denktank en een rapport van het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad). Ook bij onderzoeksfinancier ZonMw is al jaren aandacht voor bekostiging van dierproefvrije innovaties, onder meer in het succesvolle programma Meer Kennis met Minder Dieren.

Om het belang van dierproeven te onderstrepen geven dezelfde wetenschappers in hun artikel diverse voorbeelden van biomedische kennis over de mens die uit dierproeven voortkomt. Wij onderschrijven het belang van het helder communiceren van deze resultaten, maar vragen ook aandacht voor nuancering. Er is in de wetenschappelijke literatuur in toenemende mate aandacht voor de slechte herhaalbaarheid van dierproeven en de moeilijke vertaalbaarheid van dierproeven naar de mens. Deze zaken zouden niet onbesproken mogen blijven in een genuanceerd debat en gelden vanwege dezelfde nuance natuurlijk ook als aandachtspunten bij dierproefvrije methoden.

Dierenbelangen

Sommige dierenbelangengroepen stellen aan de andere kant dat veel dierproeven nu al geheel vervangen kunnen worden. Dit creëert het beeld dat onderzoekers overbodige dierproeven zouden verrichten. De claim van deze groepen vereist ook nuancering. Binnen het wettelijk verplichte onderzoek van medicijnen zijn de laatste jaren diverse proefdiervrije methoden ontwikkeld, maar grootschalige toepassing heeft vertraging opgelopen door langzame aanpassing van de voorschriften in internationale regelgeving. Het wettelijke verplichte onderzoek is maar een deel van het dierexperimentele onderzoek. Een groot deel van het onderzoek is fundamenteler van aard en daar gaat het vaak om diermodellen die thans nog niet te vervangen zijn.

Belangenbehartigers doen er goed aan het voorbeeld van de Stichting Proefdiervrij te volgen. Deze organisatie heeft enkele jaren geleden de moed gehad om rechtstreeks het gesprek met wetenschappelijk onderzoekers aan te gaan. Het resultaat daarvan is dat er gezamenlijk ideeën voor dierproefvrije methoden ontwikkeld konden worden die vervolgens door ZonMw, met middelen van de overheid én de Stichting Proefdiervrij, gehonoreerd zijn.

Henk Smid is voorzitter van het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid.

Jeroen Geurts is voorzitter van het bestuur van ZonMw (de organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie).

Bron: De Volkskrant

Misschien vind je deze artikelen ook interessant: