Wetgeving

Wet op de dierproeven

De herziene Wet op de dierproeven is in december 2014 in werking getreden. De herziening volgt uit de Europese Richtlijn 2010/63/EU. De richtlijn heeft betrekking op dierproeven in wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en voor productiedoeleinden. De grootste verandering is de manier waarop een instelling een vergunning aanvraagt voor het uitvoeren van dierproeven. De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) speelt hierin een belangrijke rol.


Geschiedenis

Nederland heeft sinds 1977 een Wet op de dierproeven (Wod). Daar is een lange geschiedenis aan vooraf gegaan. Bijna honderd jaar eerder, in 1881, stonden dierproeven voor het eerst op de agenda van de regering. De overheid stelde toen straffen vast voor het mishandelen van dieren in geval van opzettelijke wreedheid. In 1907 stelde een Staatscommissie voor de goede behandeling van proefdieren te bewaken met vergunningen en maatregelen. De wet is er toen toch niet gekomen, de overheid liet het over aan de deskundigheid van de onderzoekers hoe zij met dieren omgingen. De wetgeving liet tot 1977 op zich wachten, maar toen kreeg Nederland wel een Wet op de dierproeven, die bovendien veel verder ging dan dierproefwetgeving elders in de wereld.

Europese Richtlijn

De Europese Unie kwam in 2010 met een nieuwe richtlijn (2010/63) ter bescherming van dieren die voor onderzoek worden gebruikt. De vorige richtlijn dateerde van 1986. De nieuwe richtlijn biedt proefdieren betere bescherming en is veeleisender. Nederland had de meeste zaken al voor elkaar, maar moest met name het vergunningenstelsel anders organiseren. Hiervoor moest de wetgeving worden herzien. Een belangrijk pluspunt van de Europese richtlijn is dat er minder verschillen zijn in de nationale wetgeving van de lidstaten van de EU. De bescherming van proefdieren in Europa is met de nieuwe richtlijn strenger dan waar ook ter wereld.

Code Openheid Dierproeven

De Code Openheid Dierproeven bevordert de beschikbaarheid van informatie over dierproeven en de dialoog over dierproeven tussen onderzoekers en samenleving. De code is ondertekend door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de vereniging van universiteiten (VSNU). Met deze code willen de betrokken partijen bijdragen aan meer openheid over dierproeven.

Transparantieovereenkomst Dierproeven

Het belang van goede communicatie over proefdieronderzoek wordt steeds breder onderschreven door onderzoekers in Nederland. Op initiatief van verschillende onderzoekers en in samenwerking met de European Animal Research Association (EARA) is er in oktober 2020 een stuurgroep gevormd om een Nederlandse transparantieovereenkomst samen te stellen.

Doel
Het doel van de transparantieovereenkomst is om de samenleving meer openheid en transparantie te bieden als het gaat om dierproeven. Om dit te bereiken gaan de ondertekenaars zorgen voor een betere samenwerking tussen organisaties en instituten wat betreft communicatie over:

  • wat dierproeven inhouden
  • de bescherming van proefdieren binnen de Nederlandse wettelijke kaders en de strenge regulering van dierproeven
  • de rol van dierproeven in wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling van nieuwe medische behandelingen, de veiligheid van producten, het bevorderen van diergezondheid, dierenwelzijn en natuurbeheer
  • de inzet van instellingen, professionals, onderzoekers en dierverzorgers/biotechnici voor het bevorderen van dierenwelzijn
  • de wijze waarop wordt getracht het gebruik van dieren te verminderen en het ongerief tot een minimum te beperken
  • de mate waarin dierproeven kunnen worden vervangen door andere methoden en hoeveel dierproeven er nu al worden vervangen door proefdiervrije technieken
  • de transitie naar proefdiervrije innovatie.

De Nederlandse transparantieovereenkomst is op 2 november 2021 door de ondertekenaars gelanceerd.

Deel deze pagina